Opschaling Coronacrisis

  1. Home
  2. Nieuws
  3. Opschaling Coronacrisis

Sinds maart 2020 zijn, door het coronavirus, alle 25 veiligheidsregio’s in Nederland opgeschaald naar GRIP4. Bij grote incidenten, zoals ernstige verkeersongevallen, gasexplosies of een infectieziekte A, zoals corona, geeft GRIP een structuur aan de samenwerking tussen brandweer, politie, bevolkingszorg (een taak van de gemeenten) en de geneeskundige hulpverlening.

GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure. GRIP is in het leven geroepen om met één druk op de knop de crisisteams bij elkaar te brengen zodat opschaling en crisisbeheersing tijdens een grootschalig incident eenduidig verloopt. De GRIP-structuur is ingedeeld in niveaus die afhankelijk van een incident worden opgeschaald. Deze niveaus laten zien welke structuur gebruikt wordt om de hulpverlening tijdens een incident te coördineren. Een hoger GRIP-niveau betekent meer complexiteit en meer bestuurlijke betrokkenheid. In de GRIP-structuur staat beschreven wanneer crisisteams bij elkaar komen en hoe deze onderling samenwerken. Voor elk niveau is vastgelegd wie van de GHOR verantwoordelijk is, met welke bevoegdheden.

Opschaling GRIP 4 door uitbraak coronavirus

De Directeur Publieke Gezondheid (DPG), Sjaak de Gouw, is bij een ramp of crisis verantwoordelijk voor de totale geneeskundige hulpverlening. De DPG stuurt GHOR en GGD aan en is. Samen met politie, brandweer, gemeenten is hij adviseur van de voorzitter Veiligheidsregio, burgemeester Lenferink van de gemeente Leiden, in het Regionaal Beleidsteam. Het Regionaal Beleidsteam (RBT) met alle burgemeesters in de Veiligheidsregio Hollands Midden, adviseert de voorzitter van de Veiligheidsregio.

Veiligheidsberaad

Het Veiligheidsberaad, bestaande uit de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland, is het scharnierpunt tussen rijkscrisisstructuur enerzijds en veiligheidsregio’s en gemeenten aan de andere kant. Door op te schalen naar GRIP 4 is een aantal bevoegdheden in de crisisbeheersing overgedragen aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s. Zij hebben nu het bevoegd gezag en hebben daardoor meer beslissingsbevoegdheden dan normaal.

Een noodverordening helpt bij de uitvoering van het kabinetsbeleid. Om zo eenduidig mogelijk te werk te gaan, met oog voor regionale verschillen, is er één landelijk model voor een noodverordening die alle 25 veiligheidsregio’s kunnen toepassen. Dit model moet door iedere veiligheidsregio zelf worden vastgesteld en gepubliceerd. Vervolgens kan hierop worden gehandhaafd. Op 9 november zitten we op de 19de noodverordening tijdens corona. Bij elke wijziging van de maatregelen wordt de noodverordening aangepast.

Tijdelijke wet maatregelen

De Tijdelijke wet maatregelen (Twm), ook wel Coronawet, vervangt de noodverordeningen. Noodverordeningen zijn bedoeld voor een acute crisis van beperkte duur, terwijl sommige maatregelen, zoals de anderhalve meter afstand, voorlopig nog nodig blijven. Gekozen is voor Twm. Met deze wet wordt de rol van de burgemeester, gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders groter en van de voorzitter van de veiligheidsregio kleiner. De noodverordeningen komen door de Coronawet te vervallen.

De Coronawet is gemaakt omdat in de huidige GRIP-4-situatie de gemeenteraden pas achteraf geïnformeerd worden over de maatregelen. Dat deed af aan ons democratisch systeem. Vandaar dat in deze wet een grotere rol voor de gemeenteraden is opgenomen zodat vooraf gediscussieerd kan worden over de te nemen maatregelen. De burgemeester en de gemeenteraad hebben de ruimte om in hun gemeente op basis van de besmettingen passende maatregelen te nemen. Voor specifieke evenementen kan bijvoorbeeld een uitzondering worden gemaakt. In de ‘oude’ situatie geldt zo’n uitzondering meteen voor de hele regio.

Ook met de Twm blijft (bestuurlijke) afstemming belangrijk. Die afstemming blijft plaatsvinden in het RBT. De voorzitter van de veiligheidsregio behoudt in dat geval als voorzitter van dit team een coördinerende rol bij onder andere de afstemming over lokale besluiten en de bestuurlijke handhaving daarvan. Het grote verschil met de huidige situatie is dat burgemeesters meer zeggenschap hebben over aanwijzingen en handhaving. De bevoegdheden van de voorzitter van de veiligheidsregio beperken zich tot de uitvoering van maatregelen voor infectieziekten, regionale coördinatie daarvan, informatievoorziening en crisiscommunicatie. Er kan alleen tot een GRIP 4 (in relatie tot Corona) opgeschaald worden als de minister van VWS daartoe opdracht geeft. Voor nu hebben de bestuurders afgesproken dat zolang de situatie ‘zeer ernstig’ is, de GRIP 4 situatie te handhaven.

De volledige uitleg over de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 leest u hier. 

Regionaal Operationeel Team

Het Regionaal Operationeel Team (ROT) adviseert en voert vragen en acties uit van het RBT en bereidt de bijeenkomsten van het RBT voor met situatierapportages. De operationeel leider van het ROT is de verbinder tussen het ROT en het RBT. In de coronacrisis is het ROT de werkorganisatie van het RBT. De ACGZ (Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg) werkt samen met de commandanten van de politie, brandweer, gemeenten en andere betrokken organisaties zoals defensie. De ACGZ wordt ondersteund door de backoffice GHOR dat ervoor zorgt dat er binnen de keten goede afstemming plaatsvindt met betrokken partijen, de juiste informatie verzamelt die nodig is om de juiste besluiten te nemen en scenario’s uit te werken en de juiste personele en facilitaire voorzieningen regelt.

Rol GHOR

Covid-patiënten die zorg nodig hebben vraagt veel capaciteit, zowel in de acute zorg als in de sectoren verpleeg- en verzorgingsinstellingen, GGZ-instellingen, thuiszorg, verloskundigen en andere partijen. Vrijwel alle zorginstellingen en zorgverleners in de Veiligheidsregio Hollands Midden hebben te maken met het coronavirus. Schaarste in mensen en middelen, de doorgang van reguliere zorg en de overstijging van het patiëntaanbod zijn actuele vraagstukken. GHOR zorgt hier voor monitoring op de totale zorgketen met als doel om de zorgcontinuïteit in de regio te waarborgen. Dit doet GHOR door:

  • het onderhouden van contact met alle zorginstellingen in de regio;
  • het bijhouden van een actueel beeld van de situatie;
  • de coördinatie van de inventaris en (her)verdeling van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).

De rol van GHOR is om tijdens de coronacrisis te zorgen voor de verbinding tussen zorg en veiligheid. GHOR helpt om andere partijen in de crisisbeheersing te mobiliseren en zo samen te werken aan de bestrijding van het coronavirus.

 

 

Nieuwsbrief

Share This